Ingrediënten
Voor het deeg:
- 600 gr bloem (als het deeg wat te plakkerig blijft: iets meel toevoegen)
- 100 gr suiker
- 1/2 theelepel zeezout
- 21 gr ( 3 zakjes) gedroogde gist of 45 gr verse gist
- 100 gr boter
- 4 dl melk
- 2 eieren
Voor de vulling:
- 150 gr zachte boter
- 150 gr suiker
- 1 1/2 theelepel kaneel
- 1 ei, logeklopt
Bereiding
- Verwarm de oven voor op 230 graden Celsius.
- Meng de droge ingrediënten: bloem, suiker, zout en gist in een grote kom.
- Klop de boter door de melk en de eieren en roer dit mengsel door het bloemmengsel.
- Kneed het deeg verder met de hand tot het glad en veerkrachtig is. Vorm het tot een bal, leg die in een met olie ingevette kom, dek de kom af met plasticfolie en laat het deeg ongeveer 25 minuten rijzen.
- Neem 1/3 van het deeg en rol of rek het uit om er je bakblik mee te bekleden. Die lap is de bodem van de broodjes wanneer ze gebakken zijn.
- Rol de rest van het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een rechthoek van om en nabij 25 x 50 cm.
- Meng de ingrediënten voor de vulling in een kommetje en smeer de uitgerolde lap in met het boterige kaneelmengsel. Probeer de laag vulling overal even dik te maken.
- Rol de lap van de lange kant op tot een enorme worst. Snijd de rol in 2 cm dikke plakken. Als het goed is heb je zo'n 20 ronde plakken. Leg de plakken plat op de deegbodem in het bakblik. Maak je geen zorgen als ze niet precies tegen elkaar aanliggen, want tijdens het bakken rijzen en zwellen ze op.
- Kwast in met los geklopt ei, en laat ze nog 15 minuten rijzen
- Bak ze vervolgens 20 tot 25 minuten in de hete oven. Til de hele plak broodjes met bakpapier en al uit het bakblik en laat ze iets afkoelen op een rooster voordat je ze door de mensen zelf laat verscheuren om ze, nog warm, op te eten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten